De eerste gesprekken met de directie waren goed.
De man heeft echter één probleempje: hij heeft een zenuwtrek en knippert voortdurend met één oog.
De directeur heeft hier wel problemen mee. Een klas vol meisjes waar je steeds naar zit te knipogen, dat kan natuurlijk niet.
De man antwoordt dat de tic weggaat op het moment dat hij aspirine inneemt.
“Wel”, zegt de directeur, “laat dat dan maar eens zien.”
De man grabbelt in zijn zak en haalt er de eerste paar keer een handenvol condooms uit.
Vervolgens heeft hij het pilletje te pakken en slikt het in.
De tic verdwijnt meteen. Maar nu zit het er natuurlijk bovenarms op.
De directeur wil zijn uitleg over die condooms wel eens horen: “Een meisjesschool? En dan zo’n vent die met die dingen op zak rondloopt? Dat kan echt niet!”
“Oh nee?” antwoordt de man.
“Heb jij wel al eens knipogend om een aspirine gevraagd bij de apotheker?”
