Rechter: Hoe bent U op het gedacht gekomen die auto te stelen?
Beklaagde: Die auto stond voor het kerkhof en ik heb gedacht: de eigenaar is dood.
Beklaagde: Die auto stond voor het kerkhof en ik heb gedacht: de eigenaar is dood.
Rechter: Kunt U iets aanvoeren dat uw straf kan milderen?
Beklaagde: Ja edelachtbare, ik had graag een sofa en TV in mijn cel.
Rechter: Waarom heb je die arme, oude man 4 tanden uitgeslagen?
Beklaagde: Hij had er niet.
Rechter: Waarom heb je die ring niet naar het bureel "verloren voorwerpen" gebracht?
Beklaagde: Er stond in gegraveerd "Voor eeuwig de uwe”
Rechter: Je hebt uw vrouw omgebracht. Wat heb je daarop te zeggen?
Beklaagde: Ik zal het niet meer doen.
Beklaagde: Ja edelachtbare, ik had graag een sofa en TV in mijn cel.
Rechter: Waarom heb je die arme, oude man 4 tanden uitgeslagen?
Beklaagde: Hij had er niet.
Rechter: Waarom heb je die ring niet naar het bureel "verloren voorwerpen" gebracht?
Beklaagde: Er stond in gegraveerd "Voor eeuwig de uwe”
Rechter: Je hebt uw vrouw omgebracht. Wat heb je daarop te zeggen?
Beklaagde: Ik zal het niet meer doen.