Een mooie nacht in december, in La Havana, een koppel Cubanen aanschouwt de zee , ineengestrengeld aan de rand van het strand, als hij haar plotseling zegt:
Liefste, laat mij de wiwichu tokkelen!
Je bent niet goed, m’n liefste, wat denk je wel..., daar ben ik nog niet klaar voor!
Ach kom liefste , je ziet toch wel dat dit nu het geschikte moment is, laat mij de wiwichu tokkelen!
Neen, ik wil het niet !
Kom liefste, ‘t is nu of nooit, laat mij de wiwichu tokkelen...
Ok goed, m’n schat, maar ‘t is omdat ik je zo graag zie...
Dan neemt de jongen zijn gitaar
En begint :
Wiwichu a merry crismas, wiwichu a merry crismas, wiwichu a merry crismas, and a japy niu yirrrr !!!