Een Limburger verdwaalt in een bos. Hij heeft al herhaaldelijk 'help'
geroepen. Plots botst hij op een andere wandelaar, toch ook wel een Limburger zeker.
Het volgend gesprek begint:
Ene: Ichbenverlooregeloope.
andere: 'Ja, ich ook.'
Ene: 'Ich heb al eens help geroepen.'
Andere: 'Ja, ich ook.'
Ene: ' Wille we eens samen roepen ?'
Andere: 'Ja, da's goed.'
Een, twee, drie: 'S-a-m-e-n, s-a-m-e-n.'
geroepen. Plots botst hij op een andere wandelaar, toch ook wel een Limburger zeker.
Het volgend gesprek begint:
Ene: Ichbenverlooregeloope.
andere: 'Ja, ich ook.'
Ene: 'Ich heb al eens help geroepen.'
Andere: 'Ja, ich ook.'
Ene: ' Wille we eens samen roepen ?'
Andere: 'Ja, da's goed.'
Een, twee, drie: 'S-a-m-e-n, s-a-m-e-n.'